Interview: Arthur Japin over Mijn verzonnen familie
Mijn verzonnen familie, heet je boek. Hoe is die familie gegroeid?
Mensen denken vaak dat je na voltooiing van een roman in een zwart gat valt, maar het tegendeel is waar. De figuren blijven gewoon bij me, zij leven door, lopen samen met mij verder en hebben weer gevolg. Elk personage is een nieuw facet dat je aan jezelf slijpt, onvervreemdbaar. Alberto Santos-Dumont, De gevleugelde, schetste ooit voor een fan zijn drie grote uitvindingen voor de luchtvaart en schreef daaronder: ‘Mijn familie’. Zo voelt het precies. Wat je verzint, hoort voorgoed bij je. Mijn personages zijn veel dichterbij dan wat verre familie die ik nog heb. Dit feestelijke boek is als het fotoalbum van een vrolijke familiereünie.
En wat een boek is het geworden, 900 documenten en foto’s! Zoiets is over het werk van een schrijver niet eerder gedaan, hoe is het idee ontstaan? Precies 25 jaar geleden kwam mijn eerste roman uit, De zwarte met het witte hart. De Arbeiderspers, mijn uitgever, wilde die kwart eeuw graag vieren en vroeg mij een keuze te maken uit alle schatten die ik heb verzameld van en rond mijn historische personages, persoonlijke bezittingen, prenten, documenten, schilderijen, soms een bloemetje dat ze anderhalve eeuw geleden eigenhandig hebben geplukt of een tekening die ze zelf maakten… Geen mens ziet die zaken ooit en ik wilde ze al lang eens met mijn lezers delen.
“Wat een geschenk!” zegt Stephen Fry over je boek en hij noemt het ‘een caleidoscoop’. Zo goed gevonden, dat woord. Honderden kleurrijke facetten waarin je, zodra je ze ook maar even kantelt, telkens een nieuw patroon ontdekt. Dit is ook precies hoe ik het samenstellen van dit boek ervaren heb, duizelingwekkend hoe de verbanden tussen de boeken onderling, maar ook tussen de figuren en mijzelf tevoorschijn kwamen. Soms zag ik terwijl het boek werd opgemaakt pas hoe alles met alles te maken lijkt te hebben.
Geef daar eens een voorbeeld van.
Een brief van Anna Witsen, hoofdpersoon van Wat stilte Wil, bleek als adres de straat te hebben waar ook De Gevleugelde woonde. Anna’s voorvader die de mijne opving als vluchteling. De Tsjaikovski’s logeerden met Kolja in hetzelfde Romeinse straatje waar ik later zelf werd verwekt. In dat laatste boek dook Vaslavs minnaar Diaghilev ineens op in de sterfkamer van Tsjaikovski. Allemaal historisch, he, ik verzin het niet. Soms kon ik het zelf niet geloven… Thema’s die ik al een leven lang bij me blijk te dragen, de vliegende machines, Willem Witsens vrienden, de Tachtigers, die ik in de jaren ’90 al meebracht naar de keuken van Annie M.G. Schmidt. Je moet het zien om het te geloven.
Je lezers krijgen veel nieuws te zien over al je romanfiguren, maar ze komen ook nogal wat te weten over jouzelf. Is dat niet spannend?
Ik heb zoveel gekke dingen gedaan waar mensen geen weet van hebben en die ze nu voor het eerst gaan zien. Alleen al de hoeveelheid plaksnorren die ik heb gedragen, de pruiken, de kostuums… Ja, het komt er allemaal in, van de babyfoto’s tot de liedjes, van opera’s tot een songfestival-medley. En het gekke is, nu het boek klaar is, denk ik dat je mijn boeken misschien nog beter begrijpt als je die persoonlijke, soms exuberante achtergronden kent. De reden dat Lucia in Een schitterend gebrek een masker draagt, dat De kleine mensen die in De grote wereld niet meer willen optreden, dat Vaslav die midden in een voorstelling voorgoed stopt met dansen... Het had allemaal niet gekund zonder de fopneus waarmee ik me als kind verkleedde tot Cyrano.
Over de boeken en de historische figuren gaat het, maar ook over die jeugd, het studentenleven, je voetstappen in het theater, dan die hele schrijverscarrière, maar ook over je geliefde, jullie leven thuis… het is haast teveel voor één leven.
Nee, een normaal bestaan was het niet, he? Maar wel avontuurlijk. Ik heb het nu eenmaal veel zelf moeten verzinnen, van mijn gezinsleven tot mijn literaire familie. Het had niet anders gekund, in die zin is veel ook vanzelf gegaan. Zelfs op de vele zijpaden, leek toch het schrijven onvermijdelijk. Al die stappen, zelfs de vreemdste, waren nodig om tot hier te komen. Die reis is in dit boek voor altijd vastgelegd.